K I J K WIJZER beeldende kunst

NB 
  • een kijkwijzer gebruik je als hulpmiddel om beter te weten wat je gezien hebt
  • een kijkwijzer is nooit je eindproduct als verwerking van een CA

1 4 v r a g e n a l s u i t g a n g s p u n t v o o r j e v e r s l a g

1. Wie is de kunstenaar?
2. Hoe heet het kunstwerk?
3. Wanneer is het gemaakt?
4. Waar bevindt het kunstwerk zich?
5. Wat is je eerste indruk van het kunstwerk?

6. Wat zie je: is het werk figuratief of abstract?

Een kunstwerk waarin de voorstelling herkenbaar is noemen we figuratief. Het is logisch dat in dat geval de voorstelling ons op weg helpt naar de betekenis van het werk. In een abstract werk bedenkt de kunstenaar eigen vormen en eigen kleuren.

 Figuratief: beschrijf de voorstelling
 Geabstraheerd: beschrijf de voorstelling en wijze van abstractie
 Abstract: beschrijf wat je ziet


7. Wat zie je: welke beeldaspecten vallen op? (Kies één of meer opties)
In het schema staan zes beeldaspecten die een rol kunnen spelen in de vormgeving van het werk. Kies uit deze zes een of meer aspecten die in dit werk opvallen. Bespreek deze beeldaspecten.

 Kleurgebruik
 Verwerking licht
 (Suggestie van) beweging
 (Suggestie van) ruimte en/of plasticiteit
 Compositie
 Afmeting en/of kader
 Formaat:


8. Wat zie je: wordt je aandacht getrokken naar een bepaald punt?

Vaak helpt het stil te staan bij zaken die het eerst opvallen. Hoe heeft de kunstenaar dat bereikt en waarom wil hij dat onderdeel van zijn werk accentueren? Bij patroonachtige schilderijen, waar naar geen enkele plek aandacht wordt getrokken, spreek je van een 'overall-compositie'.

 Aandacht richt zich op één punt: hoe en waardoor?
 Aandacht wordt niet naar een bepaald punt getrokken
 Er is sprake van een alles omvattende compositie


9. Wat zie je: is de ruimte of omgeving waarin het werk is te zien van belang?

Vaak speelt de ruimte waarin het werk te zien of geëxposeerd is een rol in de betekenis van het kunstwerk. Dit geldt zeker voor kunstwerken die voor een bepaalde ruimte - al dan niet in opdracht - gemaakt zijn. De expositiewijze en de combinatie van kunstwerken die daardoor ontstaat, beïnvloedt ook de betekenis. Een sokkel of een lijst stimuleert de concentratie op het werk, geïsoleerd van zijn omgeving.

 Werk verbonden met omgeving: omschrijf relatie werk omgeving
 (reproductie) niet te beoordelen
 omgeving speelt geen rol: waarom niet?


10. Werkwijze: hoe heeft de kunstenaar zijn technieken en materialen gebruikt?

Elk materiaal heeft specifieke eigenschappen. Bij expressief materiaalgebruik blijven die eigenschappen zichtbaar, evenals sporen van de manier waarop de kunstenaar heeft gewerkt. Een dergelijke werkwijze speelt een rol in de uiteindelijke betekenis van het kunstwerk. Een kunstenaar kan ook nastreven om de materiaaleigenschappen en het 'handschrift' onzichtbaar te maken. Het kunstwerk krijgt dan een minder persoonlijk, objectiever karakter. Noem in het verslag het gebruikte materiaal.

 Op een ongebruikelijke manier: beschrijf het karakter
 Expressief materiaalgebruik: omschrijf de werkwijze
 Materiaalgebruik zonder persoonlijke expressie


11. Werkwijze: welke rol speelt de waarneming van werkelijkheid bij de kunstenaar?

Goed kijken en tekenen wat je ziet heet 'tekenen naar de waarneming'. Tot in de negentiende eeuw werd tekenen naar de waarneming gezien als voorstudie voor het echte grote werk. De impressionisten maken het kijken tot het enige onderwerp. In deze eeuw is er vaak geen verband meer tussen wat de kunstenaar gezien heeft en wat het kunstwerk ons laat zien.

 Waarneming staat centraal: omschrijf de zienswijze
 Naast waarneming ook fantasie: wat is niet gezien, maar bedacht?
 Alleen maar fantasie of abstract


12. Inhoud: levert de titel een aanwijzing op voor de interpretatie van het werk?

De titel helpt ons vaak op weg naar de betekenis van een kunstwerk. De titel kan verwijzen naar de voorstelling of het verhaal achter de voorstelling. Een titel kan het werk verklaren, maar kan ook vragen oproepen. De surrealisten gebruiken bewust vreemde titels om onze fantasie te prikkelen. Met een titel als 'compositie' bereikt de kunstenaar juist het tegendeel.

 Zonder titel (of onbekend)
 Titel verklaart werk
 Titel voegt iets toe: wat voegt de titel toe?


13. Inhoud: verwijst het werk naar bekende verhalen (bijbel, mythologie, etc.)?

Eeuwenlang hebben kunstenaars verhalen verbeeld uit de Bijbel, mythologie, historie of literatuur. Soms wordt daarbij gebruik gemaakt van meer of minder bekende symboliek. Om de betekenis van zo'n werk te achterhalen moet je iets weten van het verhaal of van de symbolen. In de kunst vanaf ca. 1850 speelt de eigen interpretatie van de kunstenaar op het verhaal een grotere rol dan een getrouwe weergave (illustratie) van het verhaal.

 (Getrouwe) illustratie verhaal: welk (soort) verhaal?
 (Eigen) interpretatie verhaal: welke interpretatie, welk verhaal?
 De inhoud staat los van bekende verhalen, vertelt eigen verhaal: beschrijf het verhaal


14. Betekenis: wat is de betekenis van het werk? (Kies één of meer opties)

Werk bedoeld als illustratie: Belangrijkste doel is een verhaal of gebeurtenis goed weer te geven. De stellingname van de kunstenaar is ondergeschikt.
Werk bedoeld als provocatie: Niet zelden is het doel van moderne kunst het publiek flink wakker te schudden en discussie uit te lokken.
Werk bedoeld als decoratie: Kunst om van te genieten, om mooi te vinden zonder verdere bijbedoelingen. Werk roept op tot (eigen) interpretatie. Het kunstwerk roept veel vragen op. Het publiek moet actief meedenken en een eigen betekenis geven aan het werk.
De overige categorieën spreken voor zich. Licht je keuzes toe.

 De zichtbare werkelijkheid is onderwerp
 De maatschappelijke werkelijkheid is onderwerp
 (Privéleven) kunstenaar is onderwerp
 Werk bedoeld als provocatie
 Werk bedoeld als decoratie
 Werk roept op tot concentratie en/of meditatie
 Werk roept op tot (eigen) interpretatie
 Werk bedoeld als illustratie
 Werk roept emotie op